Het ontstaan
De film wordt vaak vergeleken met literatuur en theater, die al duizend jaar het publiek vermaken. De film is slechts pas honderd jaar oud. Dit komt doordat de technologie zich eerst moest ontwikkelen. Het idee om een film te maken is alleen toch al wel wat ouder. In de tweede eeuw maakten Chinezen bijvoorbeeld al machines om bewegende beelden te maken en Plato beschreef in de tijd van de Grieken al een gebeurtenis die erg leek op een bezoekje aan de bioscoop. Toen ze begonnen met het onderzoeken van licht en het menselijk oog (optica genaamd )ontdekte men dat als je beelden snel achter elkaar vertoonde dat je een bewegend beeld kreeg. In de 18e eeuw kreeg je al donkere kamers waar dus op deze manier filmbeelden vertoond werden. Met een ''toverlantaarn'' werden toen beelden op een wit doek geprojecteerd waarna het publiek dat in spiegelbeeld te zien kreeg. In de 19e eeuw werd het idee van de film al weer wat verder uitgewerkt. Dit gebeurde allereerst met de thaumatroop. Dit was een stokje dat dan aan de weerskanten een plaatje had. Dat speelgoed had dan bijvoorbeeld op de ene kant het plaatje van een vogel en op de andere kant een lege kooi. Als je dan aan het stokje draaide, leek het alsof de vogel in de kooi zat. Alleen beweegt de vogel niet echt. De vogel zit gewoon bewegingloos in een kooi. Toen werd er iets nieuws uitgevonden. De fenakistiscoop. Dat was al wat uitgebreider. Het was een ronde schijf met een spijker in het midden. Op de rand stonden allerlei plaatjes die maar een klein beetje van elkaar verschilden. Op die manier leek het net een bewegend beeld als je hem draaide. Later kwam de zoötroop. Dat was hetzelfde, maar dan in de vorm van een cilinder. Om er doorheen te kijken zaten er gaten in de zijkant.

Een thaumatroop.

Een fenakistiscoop.

Een zoötroop.
Hoewel deze beelden getekend waren, kwamen animatiefilms pas later. De eerste films waren speelfilms, dus hoe kreeg men dan echte beelden? Dit heeft te maken met de fotografie. In de negentiende eeuw werd geëxperimenteerd met foto's. Al in 1826 werd de eerste geslaagde foto genomen. Echter was een probleempje. Het duurde toen maar liefst 8 uur voordat een foto klaar was. Voor de film was dit een probleem, aangezien je meerdere foto's nodig hebt. Sta maar eens 8 uur lang stil voor 1 foto. Pas in 1878 was deze tijd voor ver terug gedrongen dat een foto binnen een seconde klaar was. Nu moest men nog iets hebben voor de foto's op te drukken. In 1889 bleken filmrolletjes de oplossing te zijn.
Hoewel je zou denken dat de eerste film in Hollywood is gemaakt is dat niet zo. De eerste film is namelijk in Frankrijk gemaakt. De gebroeders Lumière gaven toen hun eerste voorstelling in Parijs in 1895 op 28 december. Toen werd de film La Sortie de l'usine Lumière à Lyon vertoond. Hoewel deze film maar 46 seconden duurde en niets meer is te zien dan arbeiders die fabriek van de gebroeders Lumière verlaten, was de verbazing groot. Je moet je dan ook bedenken dat dit de eerste keer was dat mensen überhaupt bewegende beelden zagen. Voordat deze films gemaakt waren er al een aantal pogingen gedaan. In 1893 maakte Thomas Edison de eerste projector en liet bij de vertoning ervan de film Annabelle's Dance zien (in kleur). Kleur werd toentertijd met de hand toegevoegd. Hoewel La Sortie de l'usine Lumière à Lyon de eerste vertoonde film was, was Sallie Gardner at a Gallop uit 1878 de eerste film ooit gemaakt. Dit kwam eigenlijk voort uit een experiment. Was er tijdens een paardenrace een moment waarop het paard geen been op de grond had? Fotograaf Eadweard Muybridge kreeg de opdracht dit te onderzoeken en door middel van een heleboel camera's werd duidelijk dat dit inderdaad kon. De foto's konden achter elkaar geplakt worden en zo ontstond de eerste film.
Stomme films
Na deze uitvinding was de film de nieuwe trend. Overal doken bioscopen op, waar mensen tegen een lage prijs film konden kijken. Je moet weten dat films toentertijd kleur- en geluidloos waren. Ook hadden de films niet echt een verhaal. Het waren slechts bewegende beelden. Saai voor de mensen die nu leven, maar voor de mensen die toen leefden was dit een nieuwe uitvinding. Een bekend voorbeeld is de film L'Arrivée d'un train en gare de La Ciotat. Deze liet zien hoe een trein langs een wegovergang kwam vanuit 1 punt gefilmd. Het verhaal gaat dat de mensen in de bioscoop tijdens deze film in doodsangst waren. Ze dachten letterlijk dat de trein ieder moment de zaal binnen kon rijden en renden dan ook naar buiten. Toch stond de camera zeker een paar meter van het spoor af. Films werden ook vanuit 1 punt opgenomen, een statisch camerapunt. Tijdens de scene veranderde de camera ook niet plaats. Het was alsof je theater zat te kijken. Toch waren films populairder dan theater. Ten eerste was het theater namelijk een stuk duurder en ten tweede had je bij een bioscoop altijd een goede plek.
Heel langzaam aan kregen films een verhaal. Dit zien we al bij de film L'Arroseur arrosé, één van de eerste komediefilms, waarin een klein jongetje een tuinman voor de gek houdt door op de tuinslang te gaan staan. Langzaam aan groeide toen ook de speelduur van een film, waardoor schrijvers meer kanten op konden. Georges Méliès ontdekte toen ook de mogelijkheden van films.. Zelf was hij goochelaar en speelde met de dia's in de film om mensen op eens te laten verdwijnen of te vervangen door een ander persoon. Veel mensen in de zaal waren verbaasd hierover, maar de truc was dat het draaien tijdelijk werd stopgezet en mensen zo op hun gemak konden op- en afgaan. De bekendste film van Méliès is Le Voyage dans la Lune, dat is de eerste sciencefictionfilm. Aangezien films geluidloos waren hadden veel bioscopen een band die muziek afspeelde. Er zijn verschillende pogingen gedaan om geluid aan films toe te voegen, maar het liep nooit tegelijk met de lippen van de acteurs en actrices. Ook konden de teksten niet in de zaal zelf worden opgelezen, aangezien door de verschillende talen in de wereld de lippen van acteurs nooit synchroon zullen lopen met de tekst (behalve in de eigen taal natuurlijk). Hierdoor werd bedacht om dia's toe te voegen met dialogen. Deze konden ook makkelijk vertaald worden naar een andere taal. Geluideffecten konden meestal wel in de zaal worden nagebootst.
In 1906 werd alde eerste avondvullende film gemaakt. Dit was de film The Story of the Kelly Gang uit Australië. De film duurde 70 minuten wat erg lang was voor die tijd. Italië en Frankrijk waren de grootste filmlanden toentertijd, maar door de Eerste Wereldoorlog stortte de Europese filmindustrie in. De Verenigde Staten vervingen deze plek en Hollywood werd het filmcentrum van de wereld. In Old California uit 1910 was de eerste Hollywoodfilm en het aantal films groeide sterk. In de jaren 1920 maakte Hollywood 800 lange films per jaar, zo'n 80% van de totale filmproductie wereldwijd.
Evolutie met geluid en kleur
Warner Bros maakte ondertussen een systeem waarmee special effect-geluiden en orkestmuziek aan een film kon worden toegevoegd. Later maakte de filmdistributeur de film The Jazz Singer uit 1927. Dit was de eerste film met geluid. Niet de hele film had echter geluid, slechts een paar korte stukken van de film. De film Lights of New York was de eerste die van het begin tot aan het einde geluid had. De omschakeling van de stomme (geluidloze) film naar de geluidsfilm wordt gezien als de grootste gebeurtenis in de geschiedenis van de film. Niet alleen was het een grootste ontwikkeling, maar het zorgde ook voor mindere goede kanten. Veel acteurs en actrices die al jaren in stomme films speelden, waren niet gediend om in een geluidsfilm te spelen. Voor stomme films was namelijk een andere stijl van acteren nodig dan voor geluidsfilms. Voor stomme films moest men meer handgebaren en gezichtsuitdrukkingen maken, terwijl dit voor geluidsfilms als irritant werd gezien. Veel acteurs en actrices konden deze overstap niet maken. Ze konden zich niet aanpassen of pasten zich te veel aan, waardoor een stijf resultaat ontstond. Ook konden sommigen de gesprekken niet goed timen, waardoor gesprekken ontstonden die te laat of te snel op elkaar reageerden. Veel acteurs keerden dan ook terug naar het theater. Voorbeelden van mensen die wel succesvol waren in de geluidsfilm nadat ze in stomme films gespeeld hadden waren Charlie Chaplin en Laurel and Stanley.

Poster van The Jazz Singer.
In 1915 ontstond een techniek om kleurenfilms te maken, met de naam Technicolor. De techniek ging als volgt. Terwijl een film werd opgenomen, werden er twee kleuren in de lens geschenen. Dit waren blauw en een combinatie van groen en rood. Van deze drie kleuren kun je (op technisch gebied) al de kleuren maken. De film werd hierna afgedrukt op materiaal dat gevoelig was voor kleur. De techniek was erg duur, waardoor het kwam dat er ook nog vaak gewoon in zwart-wit werd gedraaid. Er werd soms ook wel met opzet voor zwart-wit gekozen, aangezien dit soms een bepaalde sfeer gaf. Ondertussen gebeurde er ook veel op het gebied van animatiefilms. Dinner Time uit 1928 was het eerste animatiefilmpje met geluid. Toch was dit geen groot succes, aangezien Walt Disney een maand later het veel bekendere Steamboat Willie uitbracht. Daardoor wordt Steamboat Willie tegenwoordig nog vaak gezien als het eerste animatiefilmpje met geluid. Walt Disney bracht nog meer veranderingen in de animatiefilmwereld. In 1932 maakte hij het eerste animatiefilmpje in kleur. Dit werd Flowers and Trees. Het verhaal gaat dat het filmpje eerst zwart-wit zou worden en Disney het idee kreeg om het in kleur te maken toen al de helft van het filmpje af was. In 1937 maakte Disney de eerste lange animatiefilm, namelijk Sneeuwwitje en de Zeven Dwergen. Daarvoor kreeg hij een Oscar met 7 kleinere Oscars (die de dwergen symboliseren).
Ondanks het instorten van de financiële markt en de Grote Depressie( een economische crisis)waren de jaren 1930 gouden jaren voor de filmindustrie. Veel bekende sterren als Shirley Temple, Katherine Hepburn, Humphrey Bogart en Clark Gable schitterden op het witte doek. In 1928 werden voor het eerste de Oscars uitgereikt. Ondertussen werden veel beroemde films gemaakt met het jaar 1939 als hoogtepunt. In dat jaar deden zowel Gone With The Wind, The Wizard of Oz, Of Mice and Men en Mr. Smith Goes to Washington mee aan de Oscars, waarbij de film Gone With The Wind het won.
De Tweede Wereldoorlog en daarna
In de filmwereld was de Tweede Wereldoorlog duidelijk merkbaar. Veel films werden ingezet als propagandafilms. Vooral de Duitsers, maar ook de Britten, maakten deze films. Ze lieten de mooie kanten van het thuisland zien en zorgden ervoor dat de kijkers trots op hun land werden. Tegelijk schilderden ze de vijand af als gruwelijke monsters, waarvoor men werd opgeroepen om tegen te vechten. Hierdoor was het ook duidelijk een soort van propaganda voor het leger. Toch werden er niet alleen maar propagandafilms gemaakt. In de Verenigde Staten werd de oorlog ook een belangrijk thema. Niet als propaganda, maar als deel van het verhaal. Denk maar eens de films Casablanca en The Great Dictator.
Na de Tweede Wereldoorlog leefde de Europese filmindustrie weer op. De film Citizen Kane was erg vernieuwend op veel vlakken. Ook kwamen er veel films die zich specifiek op een vrouwelijk publiek richtte. In 1947 werd de Actors Studio opgericht, het opleidingscentrum voor acteurs en schrijvers. Na de Tweede Wereldoorlog ontstond er in Hollywood een nieuwe vijand, het communisme( een sociale, politieke en economische ideologie gericht op de oprichting van een klasseloze, staatloze en socialistische samenleving, gebaseerd op gemeenschappelijke eigendom van de productiemiddelen, waarbij iedereen produceert naar vermogen en neemt naar behoefte). Dit zorgde voor de opkomst van films waarin buitenaards leven een belangrijke rol speelde. Daarnaast werd een zwarte lijst opgericht. Hierop kwamen alle regisseurs, schrijvers en acteurs die een communistische denkwijze hadden. In 1950 werd deze lijst bekendgemaakt, maar na 1957 raakte de lijst in onbruik.
In de filmwereld was er een nieuwe angst. Niet vanuit de politiek, maar vanuit de technologie. Door de televisie ging men niet meer naar de bioscoop toe en sloten meerdere bioscopen en studio's hun deuren. Uiteindelijk bleek de schade wel mee te vallen. Televisie en films werkten samen om zo tot een succes te komen. Ondertussen werd het bioscoopscherm breder en kwam er een nieuw systeem voor het invoegen van kleur, waardoor zwart-witfilms haast niet meer voorkwamen. In de jaren 1960 veranderde de opnamelocatie. Films werden buiten Hollywood opgenomen. Zo werd The Sound of Music in Salzburg opgenomen en My Fair Lady in Londen. In 1962 werd de eerste James Bondfilm uitgebracht, met de naam Dr. No.
Een verandering in de filmwereld
Ondertussen ontstond er een nieuwe denkwijze in de filmwereld. Dit gebeurde halverwege de jaren 1960. Vóór deze tijd hadden de meeste films twee dingen. Als eerste was er altijd een "zakelijke relatie". Dit kon zijn een rechtszaak, de overname van een bedrijf of zelfs een bankoverval. Daarnaast was er een "persoonlijke relatie", vaak de liefde tussen een man en een vrouw. Dit zie je terug in veel films, zoals Sunset Boulevard en It's a Wonderful Life. Na het succes van de film Bonnie & Clyde (1967) veranderde dit beeld. Deze film bevatte meer geweld, vechtscènes en ook explosies. Het was een nieuwe kijk op de filmwereld, waar de nieuwe generatie regisseurs in de jaren 1970 iets aan deed. Ook maakte men gebruik van plottwists. Dit betekent dat het einde waar de kijker naar uitkijkt, plotseling verandert. Regisseurs George Lucas en Steven Spielberg kregen de vrijheid van de producenten om films te maken naar hun visie. Rond deze tijd ontstonden klassiekers als Jaws, The Godfather en Star Wars.
In de jaren 1980 kwam een nieuwe filmserie op, namelijk de avonturenfilms met Indiana Jones. Regisseur Tim Burton maakte de film Batman, waarvoor acteur Jack Nicholson een bedrag kreeg van maar liefst 50 miljoen dollar. Op het gebied van drama kwamen er ook films op die een kritisch statement op de maatschappij vormden. In de jaren 1990 kwam de digitale animatie op, waar de films Jurassic Park en Toy Story gebruik van maakten. Hierdoor stegen de kosten uit de pan. De film de Titanic kostte maar liefst 200 miljoen dollar, maar leverde dankzij het succes nog veel meer op. De Titanic staat bekend als de op-een-na-succesvolste film ooit gemaakt. Voor de mensen thuis kwam ten slotte de DVD op de markt, bedacht door Philips.
Nu
Nu na de eeuwwisseling gaan de vernieuwingen in de filmwereld gewoon door. Zo wordt de 3D-film weer populair en zorgde het internet ervoor dat mensen ook online films konden kijken. Toch gaf dit ook nadelen. Waar filmdiensten als Netflix de films kopen, zijn er ook genoeg sites die illegaal films verspreiden. Hierdoor lopen veel filmdistributeurs hun inkomsten mis. Het internet zorgt er gelukkig echter ook voor dat de "gewone mensen" ook films konden maken. Camera's waren inmiddels goedkoper geworden en de techniek voor special effects minder ingewikkeld.
Qua filmonderwerpen kwamen de groot opgezette historische films op, alhoewel ze historisch vaak niet helemaal correct waren. Pirates of the Caribbean en Harry Potter werden filmseries met veel succes. De film Avatar uit 2009 stootte de Titanic van de eerste plaats af als het gaat om de succesvolste film ooit.
Maak jouw eigen website met JouwWeb